Na ruim een halve eeuw eerste rechtszaak over Bloody Sunday
In Belfast begint vandaag na meer dan 53 jaar de eerste rechtszaak over Bloody Sunday, het bloedbad dat Britse soldaten aanrichtten onder een vreedzaam demonstrerende menigte. De geanonimiseerde "Soldaat F" staat terecht voor twee moorden en vijf pogingen daartoe tijdens het protest op 30 januari 1972 in het Noord-Ierse Londonderry.
De Noord-Ierse betogers demonstreerden die dag tegen de Britse overheersing en mensenrechtenschendingen tegen medestanders in de Britse gevangenis. Hoewel het om een vreedzame betoging ging, openden Britse paratroepers met een gewelddadige reputatie het vuur op de menigte. Veertien mensen kwamen om, nog eens vijftien anderen raakten gewond.
Nooit eerder waren er in de onafhankelijkheidsstrijd van Noord-Ierland zoveel mensen op één dag omgekomen door geweld van de Britse overheid. Na Bloody Sunday verhardden The Troubles decennialang in een steeds weer oplaaiende burgeroorlog tussen overheid en separatisten. De dag werd wereldberoemd door het gelijknamige protestlied van U2.
Straatje schoongeveegdDirect na de feiten concludeerde een Britse onderzoekscommissie dat de schuld niet bij de Britse soldaten had gelegen. Die hadden alleen maar gereageerd op schutters en bommengooiers in de massa, was het verhaal. De conclusies werden door nabestaanden afgedaan als het goedpraten van niet-geprovoceerd geweld.
Een nieuw onderzoek gaf in 2010 de nabestaanden gelijk. Geen van de doden was bewapend geweest en de soldaten hadden onterecht het vuur geopend. Premier Cameron bood excuses aan voor de "ongerechtvaardigde en niet te rechtvaardigen" moorden.
Het vervolgen van betrokkenen, een eis van nabestaanden, bleek echter nog moeilijk. Aanklagers deden er negen jaar over om een zaak te beginnen tegen Soldaat F, tegen zestien andere soldaten en twee leden van de IRA werd wegens gebrek aan bewijs geen vervolging ingesteld. Ook de zaak tegen Soldaat F werd later om die reden geschrapt, maar nabestaanden vochten dat succesvol aan.
AnoniemIn de rechtszaak vandaag zal Soldaat F anoniem blijven, omdat het vrijgeven van zijn naam tot represailles zou kunnen leiden. Hij mag de rechtszaak waarschijnlijk achter een kamerhoog doek volgen, om te voorkomen dat hij geïdentificeerd kan worden.
Hoewel er in Noord-Ierland vrede heerst sinds het Goede Vrijdagakkoord van 1998, zit de emotie over het historische geweld nog diep. "We hebben 53 lange jaren moeten wachten op gerechtigheid, hopelijk gaan we daar nu een fractie van krijgen", zegt Tony Doherty, wiens vader op Bloody Sunday werd gedood.
Het spijt hem wel dat er niet meer mensen verantwoordelijk worden gehouden voor het bloedbad. Een plaatselijk raadslid deelt dat sentiment. "De Britse regering en de legerleiding die de bevelen gaf moet ook ter verantwoording worden geroepen."
Soldaat F wordt ervan verdacht kort na elkaar twee mannen te hebben doodgeschoten, de 22-jarige Jim Wray en William McKinney van 26. Hoewel de soldaten achteraf volhielden dat die mannen een bedreiging hadden gevormd, werden beiden in de rug geschoten. Wray werd zelfs twee keer geraakt, de laatste kogel trof hem waarschijnlijk toen hij al gewond op de grond lag. "Het is onwaarschijnlijk dat er in paniek of angst is geschoten", concludeerde het tweede onderzoekscomité.
In een eerdere zitting hield Soldaat F zijn onschuld vol. Zijn advocaten zullen willen aantonen dat getuigenverklaringen over hem onbetrouwbaar en tegenstrijdig zijn. Bovendien zijn meerdere getuigen inmiddels al overleden.
In 2022 werd er voor het eerst sinds het Goede Vrijdagakkoord een Brits militair veroordeeld voor geweld ten tijde van The Troubles. David Holden kreeg toen een voorwaardelijke straf voor een dodelijk schot uit 1988.